Op 12 april houdt de stichting “de Warkense Molen” haar jaarlijkse lentefair. Ook dit jaar is gekozen voor een lentefair in de stijl van Anton Pieck.
Klik_hier voor meer informatie.
Hier vind je alle actuele berichten over de stichting, de molen en het bakkerij museum.
Op 12 april houdt de stichting “de Warkense Molen” haar jaarlijkse lentefair. Ook dit jaar is gekozen voor een lentefair in de stijl van Anton Pieck.
Klik_hier voor meer informatie.
Deze wordt gehouden op 13 en 14 september 2014.
Voor de Warkense Molen is dit alleen op zaterdag 13 september 2014.
De molen en het bakkerijmuseum zijn gratis te bezoeken op de gebruikelijke openingstijden. Klik_hier voor contactpagina.
Wat is er te doen.
Met genoeg wind draait de windkorenmolen en maalt zij koren. De vrijwillig molenaar geeft u graag uitleg.
Het bakkerijmuseum is een intiem maar compleet museum met authentiek bakkersgereedschap en een bakkersoven die werd gestookt met takkenbossen. In het nostalgische bakkerswinkeltje worden lekkernijen zoals bakkerij- en streekproducten verkocht. Ook kunt u er een kop koffie met een krentenwegge of iets anders lekkers erbij kopen. Onze vrijwillige bakkers geven graag uitleg en demonstraties met deeg.
Uw bezoek is gratis. Toch wordt een vrijwillige bijdrage voor onderhoud van het museum en de molen natuurlijk erg gewaardeerd.
In bewerking.
Het Oranje Fonds organiseert NLdoet op 21 en 22 maart 2014, samen met duizenden andere organisaties in het land. Dit is de jaarlijkse nationale vrijwilligersactie van het Oranje Fonds, voor alle vrijwilligers (in spe) van Nederland. Wij doen ook mee en zien u graag één dag de handen uit de mouwen steken als vrijwilliger bij de molen of het museum.
De werkzaamheden waarvoor wij NLdoet-vrijwilligers zoeken, worden uitgevoerd op zaterdag 22 maart.
U kunt zich niet meer aanmelden, we hebben inmiddels gelukkig meer dan genoeg vrijwilligers. De Rotaryclub Zutphen heeft toegezegd ons te komen helpen. Wij hopen op een productieve dag zodat we onderstaande werkzaamheden helemaal klaar krijgen.
Het nieuwe seizoen van het Bakkerijmuseum start half april. Het museum is gevestigd in een oude gerestaureerde stoltenberg en die is niet echt stofdicht en stofvrij.
a) Dit betekent dat voor de start van het seizoen het bakkerijmuseum zelf en de voorwerpen daarin schoongemaakt moeten worden.
b) De buitenkant van het museum bestaat uit zwart geteerde planken. Die moeten voorzien worden van een nieuwe laag teer. Dit gebeurt met een blokkwast en kleine ronde kwast.
Bij de molen moet de weeg, dat is de wit geschilderde houten onderkant van de molen, en het witte hekwerk rondom de molen schoongemaakt worden. Verder zijn er kleine schilder-klusjes. Tussen de molen en het bakkerijmuseum moet ook nog wat oude rommel opgeruimd worden.
Het Oranje Fonds organiseert NLdoet op 21 en 22 maart 2014, samen met duizenden organisaties in het land. Dit is de grootste vrijwilligersactie van Nederland. NLdoet wil op deze dagen en op deze manier de inzet van vrijwilligers binnen de samenleving extra in de spotlights zetten. Ook hoopt het Oranje Fonds om op deze manier veel nieuwe vrijwilligers te werven. Zij hoopt op die dagen veel mensen te stimuleren om een dag(deel) de handen uit de mouwen te steken.
Al die vrijwilligers vormen wel het kloppende hart van talloze sociale initiatieven. Het Oranje Fonds laat daarom met NLdoet zien hoe belangrijk actieve burgers voor de samenleving zijn. Daarnaast draagt NLdoet bij aan een goed imago van het vrijwilligerswerk. Ook laat zij zien hoe leuk vrijwilligerswerk kan zijn. In 2013 waren ruim 310.000 Nederlanders actief bij ruim 8.400 klussen, een recordaantal. Het Oranje Fonds hoopt in 2014 op nog meer klussen en participerende vrijwilligers. Uitgebreide informatie staat op de website van NLdoet: www.nldoet.nl.
Een medewerker van Conserduc/Renofors in beschermende kleding, bezig met lucht onder hoge druk de molen schoon te blazen.
Bij de inspectie in 2012 – voor het zes-jaarlijkse onderhoudsplan – bleek dat er te veel houtworm in de molen zat. Daar moest nu echt wat aan gedaan worden om grotere of blijvende schade te voorkomen.
In een molen is altijd wel in bepaalde mate houtworm aanwezig. Het is zaak dat in de gaten te houden. Bij de laatste grote inspectie bleek dat het nu echt te veel was. En zodra er veel houtworm aanwezig is, wordt dat door paring natuurlijk steeds meer. Gelukkig was er nog geen echte schade zoals in 2011 toen de bonte knaagkever een aantal balken definitief had aangetast. Maar het was nu wel de tijd om ook de houtworm in de molen volledig te verdelgen.
Voor die verdeling is het professionele bedrijf Conserduc/Renofors ingehuurd <zie hun website>.
De molenaars hebben de molen helemaal “kaal” gemaakt; alle losse onderdelen, platen aan de muren en (meel)zakken, al dan niet met meel, zijn uit de molen verwijderd. Daarna hebben zij de molen bezemschoon opgeleverd. Het verdelgingsbedrijf heeft toen de hele molen met lucht onder hoge druk schoon gespoten, in alle kieren en gaten het maalstof e.d. verwijderd. En dan zie je pas hoeveel stof en vuil zich in die kieren en gaatjes in 135 jaar heeft verzameld ! Daarna is de hele molen gezogen. Op deze manier kon het daarna gespoten verdelgingsmiddel in ieder hoekje, gaatje en kier terechtkomen.
Om onverklaarbare redenen is de bonkelaar over de koningsspil naar beneden gezakt. Dit leverde de nodige schade op aan de houten tandwielen. Gelukkig is die schade inmiddels gerepareerd en kan de molen weer volop draaien en malen.
Foto: Het onderste houten tandwiel is een bonkelaar; een zgn. “kroonwiel”, de houten kammen staan als een kroon recht op het wiel.
De wieken zitten aan de buitenkant van de molen (a) op de bovenas of molenas. Binnenin de molen zit op die as het bovenwiel (b). Dit zit in de draaibare kap, het bovenste deel van de molen. Het bovenwiel staat bijna haaks op de bonkelaar (c) die vastzit op de koningsspil (d). De bonkelaar is een houten tandwiel, bovenin de romp van de molen. De bonkelaar zit dus vast aan de koningsspil die de maalstenen aandrijft. De horizontale draaiende beweging van de wieken en de bovenas wordt door de twee haakse houten tandwielen omgezet in een verticale draaiende beweging die de maalstenen aandrijft.
De burgemeester is de balk direct onder de as van het wiekenkruis, zie de rode pijl op de foto. De balk maakt onderdeel uit van de vloer van de kap. Die kap ligt “los” op de romp van de molen omdat de kap met de wieken in alle windrichtingen moet kunnen draaien. De constructie van de kap (als “los” onderdeel van de molen) moet heel sterk zijn, wil zij alle krachten van de draaiende wieken kunnen verwerken. Wanneer een dragende balk zoals de burgemeester aangetast is, moet dat grondig gerepareerd worden. De kop van de burgemeester is het rode geschilderde deel van de middelste balk die aan de buitenkant zichtbaar is, direct onder het wiekenkruis, zie de rode pijl op de foto.
Burgemeester en wethouders.
In plaats van drie rode koppen, zoals op onze molen, hebben sommige grotere molens aan de voorkant onder het wiekenkruis vijf koppen van even zo veel balken zitten. Dan noemt men de middelste drie ervan de “burgemeester” en de “twee wethouders”. De buitenste twee heten altijd de voeghouten.
In 2011 bleek de bonte knaagkever een deel van de molen op te vreten. Vooral de kop van de burgemeester was flink aangetast. Drastische maatregelen waren geboden. Als u wilt weten wat de kop van de burgemeester is en waar die zit, <lees dan verder in de derde alinea van volgende pagina>.
Allereerst moest die knaagkever in de molen uitgeroeid worden. Dat heeft een professioneel verdelgingsbedrijf gedaan. Daarna moesten de aangetaste stukken hout gerepareerd worden, het waren dragende delen. De beste en goedkoopste oplossing bleek niet het vervangen van die aangetaste stukken maar het versterken ervan. Daarvoor is ook een gespecialiseerd bedrijf in de arm genomen. Zij hebben lange gaten door de aangetaste delen geboord en die daarna met een soort kunsthars onder druk weer gevuld. Op die manier zijn de aangetaste delen nu dus gewapend met kunstharsstaven. Dit is vergelijkbaar met het principe van gewapend beton. Deze reparaties zijn aan de buitenzijde van het hout vrijwel niet zichtbaar.
Deze verdelging en reparaties door specialisten hadden ook flinke financiële consequenties. Het hele onderhoudsbudget voor 2012 is in 2011 hiervoor al uitgegeven. We hopen dat de komende jaren geen nieuwe (financiële) tegenvallers opleveren.
Hoe ziet een bonte knaagkever eruit en wat doet zij?
Het schip is ten dode opgeschreven.
In het Duits wordt de bonte knaagkever ook wel “Totenuhr” genoemd. Deze benaming komt uit de scheepvaart ten tijde van de houten schepen. Als men dit diertje in het schip aantrof, was het hout tot in de kern aangetast en het schip reddeloos verloren.
Als larve heeft de bonte knaagkever een voorkeur voor vochtig eikenhout. Zij wordt ook in andere loofhoutsoorten aangetroffen maar zelden in naaldhout. Heel soms wordt levend eikenhout aangetast. De larve is wit van kleur, heeft een C-vormig gekromd lichaam en is maximaal 11 millimeter lang.
In tegenstelling tot gewone houtworm, die vooral spinthout vreten, eet de knaagkever het kernhout op. Daardoor is vaststelling veel lastiger en de schade altijd meer ingrijpend. In het begin van de lente komen de volwassen kevers uit het hout tevoorschijn. Deze boren zich vanuit de kern een weg naar buiten, zoeken een partner en paren. Wanneer de kern van de balk is aangetast door vochtschimmel – waarbij een holle plek ontstaat in de balk – kunnen de kevers ook binnenin de balk uitvliegen en in de balk blijven om te paren. De vrouwtjes leggen de eitjes op het vochtige hout. De gewone houtwormkever leeft op droog hout. Larven van de knaagkever eten alleen hout dat is aangetast door schimmels die groeien onder vochtige omstandigheden.
Als de kever zich naar buiten boort, ontstaan gaatjes. Die uitvlieg gaatjes zijn ongeveer 2 tot 3 millimeter in doorsnede. Onder de gaatjes ligt dan “zaagsel” of “boormeel”, licht van kleur en met een korrelige structuur. Als de paring binnenin het hout plaats vindt, maakt dat de opsporing dus moeilijker omdat er geen uitvliegopeningen zijn.
De bonte knaagkever is meestal een plaag in vochtige gebouwen en de vochtschimmel verergert de aantasting nog meer. Een goede bestrijding bestaat uit het drogen van het hout door optimaal ventileren. Door ontbreken van vochtig beschimmeld hout zal de kever uiteindelijk verdwijnen omdat de larven zich niet kunnen ontwikkelen. In veel oude monumenten zijn dergelijke droge omstandigheden vaak gewoon niet haalbaar. Dan moeten zowel de kever als de schimmel met bestrijdingsmiddelen worden aangepakt.
Zoals alle klopkevers tikt de bonte knaagkever met het verharde halsschild tegen het hout om de andere sekse te lokken. Vroeger dacht men uit bijgeloof dat dit kloppen een teken was dat hun laatste uur had geslagen, men zou snel sterven. Daarom wordt de bonte knaagkever, maar ook de gewone houtwormkever, ook wel “doodskloppertje” genoemd. De bonte knaagkever heet in het Engels “death watch beetle” en in andere talen “klok des doods”.