Historie van de molen

Introductie.

1941-dec-zelfzwichting-700xkIn 1878 werd de Warkense molen op een natuurlijke hoogte in het buurtschap Warken gebouwd. Dit gebeurde in opdracht van Jannes Nijendijk door de molenmaker W.F. Looman uit Deventer. Door de natuurlijke hoogte had de molen voldoende windvang en kon worden volstaan met een grondzeiler; een hogere molen was niet nodig.

Windkracht versus mechanisatie.

Redelijk snel na de bouw deed de eerste hulp-mechanisatie al zijn intrede. In 1899 werd een petroleummotor geïnstalleerd om bij windstilte ook te kunnen malen. De motor werd geplaatst in een machinekamertje binnenin de molen en kon één koppel maalstenen aandrijven. In 1922 werd buiten de molen een grotere machinekamer gebouwd (die staat er nog steeds, tussen de molen en het bakkerijmuseum) met daarin een ruwoliemotor. Via een as van de machinekamer naar de molen dreef die de maalstenen van onderen aan. Maar dit was nog steeds een hulpmiddel.

Ook in de jaren ’20 werd op de binnenroe (de wiekenroede het dichtst bij de molen) het Oudhollandse hekwerk vervangen door zelfzwichting. Windkracht speelde nog de absolute hoofdrol. Met zelfzwichtig passsen de kleppen op de wieken zichzelf continue aan aan de windkracht. Op die manier hoeft de molenaar dit niet steeds zelf handmatig te doen, de molen kan meer zelfstandig draaien en malen.

Gaandeweg nam het machinale maalbedrijf het echter steeds vaker van de wind over. Alleen in de oorlogstijd en vlak erna is weer uitsluitend op windkracht gemalen; er was geen brandstof. Medio jaren tachtig is voor het laatst met windkracht voor het veevoederbedrijf gemalen; toen was de machine die de maalinrichting aandreef kapot.

Door de tijden heen zijn er (grote) veranderingen en reparaties uitgevoerd.

Plusminus 1928.

De houten molenas wordt vervangen door een gietijzeren as van de gesloopte molen van Jolink uit Toldijk. De binnenroe wordt voorzien van een systeem met zelfzwichting. Daardoor kan de molen op de wind draaien zonder dat de molenaar continue aanwezig moet zijn om (de wieken) aan te passen aan de hoeveelheid wind. De kleppen op de wieken gaan automatisch dicht bij geringe wind en automatisch meer open staan bij veel wind. Daardoor krijgt de molen een meer constante draaisnelheid om mee te malen en hoeft de molenaar niet telkens e.e.a. aan te passen. Dit systeem werkt met een vernuftig mechanisme van centrifugaal gewichten met daaraan stangen die de kleppen op de wieken bedienen.

Wieken en wanneer?

Begonnen met houten wieken? Toen een keer metalen geklonken Pot-roeden gestoken met zelfzwichting? Daarna vervangen (1965?) door stalen wieken met opnieuw oud-Hollands?

1965-29 juni-verhekken-b7001965.

In juni wordt het systeem van zelfzwichting op de binnenroeden (de wieken die het dichtst bij de molen zitten) vervangen door het oud-Hollands syteem met fokkeborden. Tevens is er toen een gedeeltelijke restauratie uitgevoerd en het riet op de romp (gedeeltelijk?) vervangen. Ook is de molen opgehoogd met een stenen voet, waarschijnlijk omdat er dan meer opslagruimte in de molen zelf ontstond.

1985.

Tussen 1985 en 1993 is er één grote reparatie uit gevoerd en wel de vervanging van de Windpeluw. In de herfst van 1988 vond dit plaats.

De windpeluw ligt vóór in de kap van de molen en dient ter ondersteuning van de as waar in het wiekenkruis is gestoken. De as met wiekenkruis weegt vele tonnen dus heb je , ter ondersteunig , een forse balk nodig. De naam “peluw ” zal waarschijnlijk ontleend zijn aan een peluw die wij kennen bij een ouderwets opgemaakt bed , om het hoofd op te vleien. Hier vleien wij dus de as met wiekenkruis er op. De balk is lang naar behoefte en meet wel 40 bij 40 cm. in het vierkant , gezaagd uit marantie hout.

1993.

In 1993 besluit de familie Nijendijk de molen over te dragen aan de gemeente Warnsveld. De grote landschappelijke waarde is de belangrijkste reden voor de gemeente om de molen onder haar hoede te nemen. De ondergrond wordt gehuurd van de familie voor de prijs van één gulden per jaar , voorlopig voor de duur van 50 jaar.

Dan breekt er een spannende tijd aan. Er moet gerestaureerd worden en de kosten daar voor worden geraamd op 100.000,00 gulden . Ook moet er een stichting worden samengesteld die samen met de molenaar het beheer ter hand gaat nemen. Dhr. G . Sieders , wethouder van de gemeente , vormt deze stichting,  Stichting De Warkense Molen geheten. Enkele buren uit Warken nemen het voortouw en zamelen 20.000,00 gulden in onder de gul gevende buurtbewoners. Veel giften en donaties worden daar na nog ontvangen en de opdracht tot restauratie kan aan de firma H. Groot Wesseldijk te Laren worden verleend. Het meest in het oog springend in deze opdracht is de vervanging van het wiekenkruis dat op zich al een bedrag van 50.000,00 gulden vergt.  In januari 1994 worden de werkzaamheden afgerond en staat de molen er weer pront bij .

Eeuwwisseling.

De eeuwwisseling wordt gevierd met een een groot raamwerk in de hoogste wiek met daar op het verlichte getal 2000.

In 2003 is het feest . De molen bestaat 125 jaar . Op de uitnodiging staat te lezen dat de receptie op 10 Mei 2003 zal zijn in de “de Maalderië” . De achter-achterkleindochter van dhr. Jannes Nijendijk , oprichter van de molen in 1878 , heeft samen met haar man de voormalige maalderij waar al tientalle jaren electrisch werd gemalen , omgetovert tot een zeer sfeervole zaal voor recepties en partijen ,” de Maalderië” geheten. De familie Draaier – Nijendijk en de stichting “De Warkense Molen” ontvangen daar de vele gasten .

Takkebossenoven.

In 2008 ontvangt het stichtings bestuur een bijzonder aanbod en daar op volgend een bijzonder cadeau. Eén van de delen waar uit het bedrijf Nijendijk bestond was de bakkerij. In het huis van bakker Wim Nijendijk stond de oven die met takkebossen werd gestookt. Bij verbouwing van het huis was de oven een groot obstakel maar buurman Just de Wijs kwam met een plan. De oven uit breken , naar een vrijstaande schuur achter de molen over brengen en het geheel schenken aan de stichting de Warkense Molen. Just deed er ook nog een ander plan bij : Maak er een bakkerij museum van . Samen met de molen zal dat een interessante twee-eenheid vormen. Met dank aan bakker Nico Gase uit Lochem, die veel spullen uit de bakkerij uit grootmoederstijd op zolder had staan , werd één en ander gerealiseerd. Ieder jaar, als in de maand April de opening van het nieuwe seizoen van het museum wordt gevierd met een Lentefair,komen enkele duizende bezoekers daar op af.

In de loop der jaren hebben zich enkele vrijwilligers gemeld met de wens het vak van molenaar te leren en het molenaars diploma te bemachtigen. De groep gediplomeerde molenaars is uit gegroeid naar 5 mannen die samen een werkgroep vormen om zo veel mogelijk onderhoud aan de molen in eigen beheer uit te voeren. Zeilen repareren en van nieuwe touwen voorzien was het eerste doel . Het blik op de kruineuten,waarover de kap met wiekenkruis glijdt als de molen op de wind wordt gezet, verwijderen was klus twee. Zware ,muizen vrije kisten , voor opslag van graan binnen de molen is klus drie.