Dat is donderdag 7 december 2017 bekendgemaakt in Zuid-Korea tijdens de vergadering van het Comité van het UNESCO-verdrag over immaterieel erfgoed. Een aantal Nederlandse molenaars reisde naar Zuid-Korea om de bijeenkomst bij te wonen.
“Een feit om heel trots op te zijn”, zegt minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) in een reactie. Voor het eerst is Nederlands immaterieel erfgoed opgenomen op deze lijst. Engelshoven noemt het molenaarschap ”een prachtig ambacht dat door en door verweven is met Nederland”.
Gilde
Volgens het ministerie is de erkenning vooral te danken aan de inspanningen van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars, Vereniging De Hollandsche Molen, Het Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde en het Gild Fryske Mounders.
Sinds de negentiende eeuw zijn veel molens tot stilstand gekomen, daarmee ging veel kennis verloren. Het ambacht van de molenaar dreigde uit te sterven.
Vrijwilligers
Zo’n vijftig beroepsmolenaars en honderden vrijwilligers helpen de molens in Nederland echter draaiende te houden. Volgens de Nederlandse Molendatabase telt Nederland ruim twaalfhonderd werkende molens.
“Immaterieel erfgoed kan alleen blijven bestaan, als het zich mee ontwikkelt met de tijd. Dat is precies wat de molenaars in Nederland doen. Ze hebben mooie plannen voor de toekomst”, aldus de minister.
Zo is er een opleiding voor vrijwillige molenaars opgezet en wordt de kennis over het ambacht gedeeld met het publiek, bijvoorbeeld tijdens de Nationale Molendag.
Niet vanzelf
Molenaar Tom Kreuning, voorzitter van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars, viert donderdag een feestje met zijn collega’s in Amsterdam. “We hadden net een livestreamverbinding met Zuid-Korea. Dit is natuurlijk fantastisch nieuws”, zegt hij in een reactie aan NU.nl.
Kreuning bedient een watermolen in Alkmaar en woont daar ook in. “Veel mensen hebben nog nooit een molen van binnen gezien. De UNESCO-lijst gaat ons helpen om ons ambacht beter op de kaart te zetten.”
Volgens de molenaar zijn er nergens ter wereld zoveel actieve molens te vinden als in Nederland. “Ze hebben veel betekend voor onze welvaart, maar molens draaien niet vanzelf.”
Daar zorgen de vijftig beroepsmolenaars en zo’n tweeduizend vrijwilligers voor. “En dat mogen er best wat meer worden”, zegt Kreuning. “Via onze opleiding scholen we elk jaar ongeveer negentig nieuwe molenaars. De meeste zijn boven de zestig jaar, we zouden ook graag wat jongere mensen willen trekken.”
Tegen de jongere generatie zegt Kreuning: “Kom eens binnenkijken bij een molen, dan ben je verkocht.”
Bron nu.nl
Onze molen is net als vele molens in Nederland in vreugde stand gezet.